Bypassdioden in zonnepanelen
Kristallijne zonnepanelen zijn opgebouwd uit individuele zonnecellen die aan elkaar gekoppeld zijn met stroomdraad.
De stroom die wordt opgewekt vloeit door alle individuele cellen alvorens deze het paneel verlaat en verder vloeit naar de regelaar en de batterij.
Stel: er valt een blad op het zonnepaneel waardoor 1 cel afgeschermd is van de zon en bijgevolg veel minder of zelfs geen stroom meer opwekt.
Door de aaneenschakeling van zonnecellen, wordt de maximale stroom in de hele keten bepaald door de minst belichte cel. In dit geval betekent dat dus dat het blad en de bedekte cel ervoor zorgt dat er door het gehele paneel sterk verminderde stroom vloeit. Het verlies van stroom is echter niet het grootste nadeel, beschaduwde cellen kunnen namelijk doorbranden en onherstelbare schade toebrengen aan het zonnepaneel. Dit fenomeen noemt men ook wel eens “zonnepaneel hotspots”.
Bypassdiode to the rescue!
De geïntegreerde bypassdioden zorgen kort gezegd voor een omleiding wanneer er een probleem is met 1 of meerdere cellen. De stroom vloeit bijgevolg langs een alternatieve route met enkel ‘gezonde’ cellen.
De tussenkomst van de bypassdiode heeft als gevolg dat een deel van het zonnepaneel niet meer gebruikt wordt. Dit is echter maar een klein verlies vergeleken met een volledig paneel met verminderde opbrengst en het risico op permanente beschadiging van de cellen.
Normale werking van een kristallijn zonnepaneel. De stroom vloeit door alle cellen. |
1 van de 3 bypassdioden in werking. De vijfde cel van de tweede rij is beschadigd. De bypassdiode treedt in werking en leidt de stroom om. De stroom slaat de eerste twee rijen over en vloeit enkel nog door rijen 3 tot en met 6. |